Ford Tourneo Connect

Onze Ford Tourneo Connect 1.0 Ecoboost Titanium uit 2017 met 102.000 op de teller. Een mooie ruime MPV, waar we alle kampeerspullen in kwijt kunnen. De bustent past, vanwege de hoogte van de auto, ook naast de auto. De auto blijft zelf standaard. We zullen verder geen ombouw gaan doen naar een camper. De kofferruimte is ruim genoeg met neergeklapte banken om een slaapruimte te creëren voor de kids.
Het woord minicamper zal dan ook niet echt van toepassing zijn maar slaapauto misschien wel.

Bron: Autoweek

De neus van de Tourneo Connect oogt sportief, maar de hoekige carrosserie en de reusachtige achterklep maken duidelijk dat deze auto oorspronkelijk als bestelwagen ontworpen is. Ook de grote buitenspiegels en de schuifdeuren verraden dit. Voordeel hiervan is dat de Tourneo gigantisch ruim is. Wat vooral opvalt, is de enorme hoofdruimte. Heel nuttig is die overigens niet als je gewoon voorin zit. Sterker nog, zo’n hoog dak is eerder een nadeel, want de luchtweerstand en dus het brandstofverbruik (in de praktijk 1 op 12) nemen erdoor toe. Bovendien leidt het tot een hoger zwaartepunt en dat is weer nadelig voor de wegligging.

Met een inhoud van 1.029 liter is de bagageruimte gigantisch, maar ook die liters haalt de auto vooral uit de hoogte. Een gemiddelde stationwagon in dezelfde klasse biedt in de lengte algauw enkele decimeters meer. Maar je vervoert natuurlijk niet alleen bagage. Gelukkig hebben volwassenen ook op de achterbank meer dan voldoende hoofd- en beenruimte. Om nog eens te benadrukken dat de Tourneo Connect een echte personenauto is, heeft Ford hem voorzien van klaptafeltjes voor de achterpassagiers. Bovendien beschikken zij over een handige middenarmsteun met opbergvak en bekerhouders. Minder handig zijn de zware schuifdeuren. Zeker kinderen krijgen ze niet gemakkelijk open en dicht. Al even onhandig blijkt de gigantische, zware achterklep. Het eigenzinnig vormgegeven dashboard doet denken aan dat van andere Fords. Het oogt prima, maar het infotainment is vrij ouderwets.

Onder de kap heeft de testauto de bekende 1,0-liter driecilinder turbomotor. Daarmee komt de Tourneo Connect prima vooruit, maar je moet wel regelmatig terugschakelen om de motor op toeren te houden. Gelukkig is de auto gezegend met een soepele zesversnellingsbak. Die zesde versnelling moet onder meer leiden tot een gunstig verbruik en minder motorgeluid, maar als je eenmaal in de zes zit, kun je vlotte inhaalacties wel vergeten.

De Tourneo Connect deelt zijn onderstel met de Ford Focus. Helaas vertoont hij niet dezelfde wegligging; hij heeft vooral last van een sterk overhellende carrosserie. Het veercomfort is daarentegen in orde.